Dansen doe ik al heel lang, van jongs af aan. Op de middelbare school zat ik op jazzballet. Met mijn beste vriendin Karien fietsten we naar les, drie dorpen verderop. We hupsten de Can Can en dansten op Ike & Tina Turner. Wat nu moderne dans zou heten, met sierlijke gebaren. Een soort Kate Bush.
Powerjam en House Quake doe ik nu sinds een jaar of vijftien. Het was toen mijn dochter klein was het enige waar ik oppas voor regelde. Ik noem het dansen en ik moet het vaak uitleggen. ‘Nee, het is geen zumba. Het is echt dansen’. Ik noem het ook wel ‘danstraining’; het is krachttraining en conditie en altijd een choreo die je mooi wilt doen.
In dans gaat het om de beweging met volle overtuiging doen. Niet verlegen of half maar met volle kracht, dan ziet het er pas leuk uit. Op het overdrevene af. Als je al een beetje verlegen bent, of partieel introvert zoals ik, leer je daar wel mee omgaan.
Omdat het moeilijk is - het zijn geen eenvoudige bewegingen - is het echt mindless. Dat vind ik heel fijn en vormend eraan, het reguleert mijn stemming. Als je zeven dingen van je lijf tegelijk moet afstemmen, vergt dat echt opperste concentratie. Het ruimt je gemoed op en verfrist enorm. Ik rijd altijd in een betere stemming terug dan dat ik heen reed, ben bijvoorbeeld milder naar mezelf en anderen en op een hele lekkere manier moe.
Ik sta nu vijf jaar vooraan bij de spiegel, wil het graag goed doen en heb heel veel lol met de mensen om me heen. Om er met elkaar zo in te gaan en het samen heel goed en mooi en cool te doen, geeft groepsplezier. We zijn we trots op elkaar en samen heel tevreden. Het leuke is dus dat het in zich zoveel plezier geeft. Ik heb ook hardgelopen, dat vond ik meer de weg der moeite; het resultaat was fantastisch, maar het moeizame zwoegen over de bospaden altijd een drempel. Naar dansen ga ik altijd zonder moeite.
Er zitten wat mij betreft veel metaforen in voor het werkende leven. Soms doe je bepaalde bewegingen altijd met rechts, die doen we dan ook een keer met links. Dat kun je niet meteen, daar moet je een nieuw hersenpaadje voor aanleggen. Kracht, uithoudingsvermogen, soepelheid, conditie; het wordt allemaal tegelijk aangesproken. Allemaal dingen die je ook in werk wilt hebben. Goed zijn, beter worden. Dat je lijf en je geest zo heel goed samenwerken. Dat er dingen misgaan en moeilijk zijn en dat je met zo’n moeilijke move net zolang doorgaat tot je ‘m hebt. Dat je met elkaar durft iets op te bouwen en te falen. Als je zo’n soort stevige, humorvolle, opbouwende groepssfeer hebt, kun je met elkaar ontwikkelen en uit je comfortzone stappen om zelf én samen beter te worden.
In 1 geval heb ik voor een teambuilding mijn dansjuf Ivette in laten vliegen en hebben we met allemaal ambtenaren in pak een coole flash mob ingestudeerd voor ‘hun’ medewerkers. Dat gaf enorm veel hilariteit in de voorbereiding: uit je comfortzone, je lijf bewegen, niet je hoofd. De uitvoering was een supergoed begin van de teambulding. De overheersende reactie bij de medewerkers was: ‘Wow! Dat ze dat voor ons hebben willen doen!’ Ik zou willen dat ik dat vaker erin kon fietsen.
Flash-mob: A flash mob is a group of people who give a choreographed but unannounced performance in a public space. There are lots of different flash mob styles, from pure entertainment to advertising to tributes to political protests