De schoonheid van wetenschap

De betovering van een weids uitzicht, het NRC artikel van Beatrice de Graaf
Knowledge is Beautiful


Welke schoonheid is er te vinden in wetenschap? Wetenschapster en columniste Beatrice stelde deze vraag aan de lezers van NRC en kreeg hele uiteenlopende antwoorden. Mij treft hoe zij het Schone en het Ware aan elkaar verbindt en door de lezersreacties 'ontdekt' hoe individueel de ervaring van schoonheid in het Ware is. Soms ontstaat deze in de omstandigheden, de ambiance waarin kennis ontstaat. Maar voor vele lezers is het ervaren van de 'waarheid' achter fenomenen, de vonk van inzicht te voelen ontstaan, de echte esthetische ervaring. Het  'alsof ik een berg heb beklommen en ineens vanaf de top het hele landschap kan overzien'. 

 Toen ik het NRC artikel aan het lezen was plukte mijn dochter net Knowledge is Beautiful uit de boekenkast; daarin wordt kennis en inzicht via het Schone gepresenteerd. Een huiselijk momentje van synchroniciteit ;-). Hieronder de tekst van het artikel (10-2-2018).

De betovering van een weids uitzicht

In haar column van 27 januari vroeg Beatrice de Graaf NRC-lezers ‘wat is voor u de schoonheid van wetenschap?’ Ze kreeg honderden reacties. Hieronder volgt een keuze, ingeleid door de columnist.

Dat fenomeen is overigens ook object van onderzoek geweest. Marius Hogendoorn schreef me dat hij met Project Beauty al jarenlang probeert uit te zoeken hoe, waarom en wanneer mensen iets als mooi ervaren. Hij is een veldonderzoeker, is gewend aan ellenlange vragenlijsten, en ziet respondenten als het empirisch materiaal dat nodig is om een hypothese te staven. Toen dat empirisch materiaal evenwel terug begon te praten en eigen unieke ervaringen van schoonheid ging delen, werden het mensen. Voor hem én voor zijn respondenten was het onderzoek daardoor meer dan een sociaal experiment, het werd ‘het mooiste dat hij ooit had gedaan’.

Uit zijn onderzoek bleek dat slechts 1,8 procent van de respondenten uit eigen beweging de link naar wetenschap legt. Zo vanzelfsprekend is dat dus niet. ‘Wetenschap is fantasie in een keurslijf’ zei Richard Feynman de Amerikaanse natuurkundige en Nobelprijswinnaar ooit in een interview. Je moet je dus wel zo’n keurslijf aan willen doen, en dat is niet altijd vanzelfsprekend in deze tijd van financiële druk op het vrije onderzoek.

Waar schreven mijn respondenten over? Schoonheid werd allereerst door velen gevonden in de omstandigheden waarin kennis ontstaat. Het zonlicht door de ramen van de bibliotheek te zien glijden bijvoorbeeld, of langs experimentele opstellingen te lopen. „Toen ik voor het eerst op de Oude Manhuispoort in Amsterdam kwam, en eerst de gang met tweedehands boekverkopers zag, en daarna de stilte in het hofje – daar voelde ik het gewicht en de schoonheid van de wetenschap.”

Een bepaalde sereniteit

Schoonheid van de wetenschap zit óók in de ambiance en entourage van de wetenschap. „In Nijmegen had je de grijze Thomas van Aquinostraat en het Erasmusgebouw waar een bepaalde sereniteit heerst”, schreef Mark Beumer. „In Groningen word je overweldigd door het prachtige houtsnijwerk.” Caroline van der Mark schreef iets dat ook voor velen herkenbaar is: „Soms ook voel ik respect of bewondering of zelfs een bijna verliefdheid op degene die het zo geweldig wist te onderzoeken, uitleggen of samenbrengen.”

De overgrote meerderheid van de ingezonden reacties was evenwel ronduit neoplatonisch van aard. Zoals Jeroen van Baar schreef: „Meer nog dan om schoonheid gaat het mij om de verrukking van het inzicht: het gevoel een glimp op te vangen van das Ding an Sich. Dat is een zeldzaam gevoel, maar je kunt er maanden op teren.” Die sensatie, om de ‘waarheid’ achter en in de formules te ervaren, het wezen van de natuur in een fractal te zien weerspiegeld, bezielt veel van de respondenten. Tientallen wiskundigen legden uit hoe in de elegantie en esthetiek van de vergelijking de waarheid zich openbaart. „Ik geloof niet in een god, zoals jij”, schrijft iemand. „Maar als hij bestond was hij zeker een wiskundige.” Veel respondenten stuurden plaatjes van patronen, of juist kunstwerken, met de opmerking dat dit plaatje hen ineens een doorkijkje had geboden naar dat waarnaar ze op zoek waren geweest in hun onderzoek: ‘orde in de chaos’.

Bergtop

Schoonheid is voor de meesten een individuele ervaring, alleen beleefd in het lab, bij het oplossen van een formule, of het begrijpen van een oude tekst. „Het is alsof ik een berg heb beklommen, en ineens vanaf de top het gehele landschap kan overzien”, vond Christoph Baumgartner. Zo’n ervaring kun je niet afdwingen, die breekt ineens door. Anderen schreven juist over de esthetische ervaring van het in gesprekken en discussies met medeonderzoekers of studenten een stap verder zetten, „waarbij ineens de vonk overslaat”.

Het is zo jammer dat deze drijfveren, om van wetenschap te genieten als ‘het mysterie van de onbegrensde mogelijkheden’ (Johan Siebelink) zich zo moeilijks laat verenigen met beleid en bestuur van wetenschap. In alle discussies die voorbij komen over werkdruk, bezuinigingen of verengelsing is dit de grote missende variabele. Het is een variabele die zich niet laat vangen of managen en daardoor te vaak te dupe wordt van wetenschapsbeleid dat kennisbenuttig en valorisatie wil hebben. Tegelijkertijd verhoogt schoonheid in de wetenschap, zoals Christiaan Schreurs opmerkt, juist het werkplezier en de kwaliteit van het onderzoeksresultaat. Mooie machines, formules, experimentele opstellingen en formuleringen wijzen er immers erop dat het onderzoek gewoon ‘deugt’.

INTERVALLEN ALS UNIVERSELE WAARHEID

„Mijn cursus muziekgeschiedenis begon met een college over de Oudheid. De docent vertelde over Pythagoras die ontdekte dat klanken in intervallen te meten zijn. Hij verbond dit met een enkele rake lijn met Plato’s verhaal over de grot – het verhaal dat wij mensen slechts een afspiegeling van de kosmische waarheid zien. En opeens zag ik dat het meten in intervallen niet zó maar een door de mens bedacht metrisch systeem is, zoals je lengten kunt meten in meters of ellen of yards of wat dan ook. Nee, intervallen zijn een universele waarheid in de natuur, buiten de mens om en de muziek waarin ze klinken brengt je als mens een glimp van de harmonische, kosmische waarheid, die je eigenlijk niet kan bevatten.

Dat was een moment van inzicht dat ik ervoer als schoonheid.”

, historica

ONDER NOOIT LOSGEKNOOPTE TOUWTJES

„Niets is mooier dan je weg te zoeken door stapels papier uit de 17e eeuw, met daarom heen nog nooit losgeknoopte touwtjes. Een dossier uit het archief van een schepenbank waarin het dorpsleven van enkele eeuwen geleden zich ontvouwt: de zorgen en de vreugde van gewone mensen, drinkgelagen in een herberg, feesten en partijen, markten waar zakkenrollers hun slag slaan, kleine helden en grote schlemielen, het leven op straat, hoerhuizen, Heijdenen en Egyptenaren, vreemdelingen en soldaten, bedelaars en puissant rijke regenten enz. enz. Jarenlang was het mij vergund een reis te maken door de criminele processtukken van de Bossche schepenbank. Elke keer was en is er weer die verwondering en bewondering als geschiedbeoefening je vak is.”

, archivaris

AANKONDIGING VAN EEN INWIJDING

„Ik was 12 jaar en kwam als enige uit een klein dorp aan op de middelbare school. Alles werkte zogezegd mee om indruk te maken. Het grote, statige gebouw. De naar mijn indruk wereldwijze kinderen die mij omringden. De rector die door een scheepstoeter mijn naam afriep. Ondanks de jaren die sindsdien zijn verstreken en het besef dat die belofte nooit volledig ingelost zal worden, als ik nu naar die foto’s kijk voel ik weer de spanning van een aankondiging van alles waarin ik ingewijd zou gaan worden. Niet veel anders dan wanneer ik nu, jaren later begin aan het lezen van weer een nieuw boek of in een historisch onderwerp duik.”

VOORDRAGEN UIT EEN KIRGIZISCH EPOS

„Ik doe onderzoek aan de mondelinge overleving van het Manas-epos in Kirgizië. Het is 1997. De zekerheden van de Sovjet-samenleving zijn verdwenen en Kirgizië verkeert in grote armoede. Ik zit naast Kaba Atabekov, de oude Manasverteller, op een bankje op zijn erf in het kleine dorp aan het bergmeer. Ik laat hem de Manasencyclopedie zien die ik net in de hoofdstad heb gekocht. In opperste concentratie bestudeert hij de lemma’s over zichzelf, zijn medevertellers, de geschiedenis van het verhaal. Bij het artikel over de grote Turkoloog Wilhelm Radloff kijkt hij me aan een geeft mij zijn, voor Kirgiezen zo belangrijke, zegen: ‘Moge je net zo groot en geleerd worden als Wilhelm Radloff’. We gaan naar de ontvangstkamer waar Kaba mij elke ochtend een stuk uit het epos voordraagt. [...] Hij verdwijnt in het verhaal, wordt één van de strijders en ziet voor zijn ogen de held getroffen worden door een speer. Hij valt stil en zegt: ‘Nu moeten we stoppen. Anders ga jij huilen, en ga ik huilen’.

, cultureel antropoloog

SIERLIJKE GEOMETRIE

„De fascinerende wiskunde en fysica van de spanningsverdeling in een staalplaat of de wervelingen van de wind achter een fabrieksschoorsteen te kunnen vangen in mooie kleurenplaatjes en sierlijke geometrische lijnenpatronen, dat is voor mij dubbele schoonheid. Mijn vakgebied, stromingsleer, leent zich uitstekend voor mooie plaatjes. […] Het mooiste vind ik als in mijn werk die twee soorten schoonheid samenvallen, als een verrassend mooi plaatje ook ineens een nieuw inzicht, of een sprong in begrip oplevert - dat is voor mij de schoonheid van wetenschap. In dat soort gevallen blijken trouwens die mooie plaatjes vaak ook erg zinvol in het uitleggen van zo’n nieuw inzicht aan collega’s, leidinggevenden, of vakgenoten.”

, computational engineer

OP HET RANDJE VAN DE CHAOS

„Mijn universiteit biedt een honoursprogramma aan. Toen ik tijdens een college van de vakkenreeks ‘Complexity and networks’ door een meneer van wetenschappelijk onderzoeksbureau GoFair een idee van zijn idolen kreeg voorgeschoteld, raakte ik daar eigenlijk enorm door geïnspireerd. Het beeld dat op het diascherm verscheen was van een neerwaartse lijn op een grafiek, die op een bepaald punt weer omboog om terug te worden gezogen richting het nulpunt op beide assen. Waar het bij deze grafiek om draaide, was dat het er - heel kort gezegd - een bepaald punt is waarop voorspelbare (natuur)systemen vervallen tot onvoorspelbare. Het is een soort droom binnen bepaalde takken van de wetenschap om het exacte moment - ‘the edge of chaos’ – te bepalen. Dit moment kan worden uitvergroot en weer worden uitvergroot. We komen dan steeds dichter bij een punt waar het windstil is, ‘the edge of chaos’. In ieder geval slaat dit ook op ecosystemen. We leven dus allemaal op het randje van de chaos.”

, student mediatechnologie

HET PLEZIER VAN HET SCHEPPEN

„Voordat ik wetenschapper werd, studeerde ik jazz-gitaar aan het conservatorium. Ik zie veel overlappen tussen het maken van mooie muziek en het maken van mooie artikelen/theorieën. Beide gevallen vereisen een bepaalde vorm van concentratie, en het proces zelf is ook al bevredigend. Daardoor is de daadwerkelijke impact of succes van minder belang. Het scheppen van iets moois is ook een vorm van succes. […] Het echte plezier zit in het scheppen, het verzinnen van iets nieuws, het proberen, mislukken en doorgaan. Daarin zit voor mij ook de schoonheid van wetenschap en muziek.”

, klinisch psycholoog