Zomerlezen

On Bullshit review door het prestigieuze Nexus Instituut
Sag Harbour Review in the New York Times
Times review over East West Street
Interview met Tara Westover in NRC
Ellis Bartholomeus over Apply Play
Brene Brown over Braving the Wilderness
Interview met Mary Beard in NRC
De Volkskrant over the Handmaids Tale


'Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u bent', zo luidt een gezegde zonder eigenaar. En wat zou iemand dan zien als ik mijn zomerleeslijst zou tonen? Zelfoverschatting wellicht; de afgebeelde boeken zijn ongeveer de helft van mijn zomers voornemen. En daarvan heb ik nu ruim de helft gelezen, terwijl de zomer al op haar einde loopt. East West Street, On Bullshit en Mary Beard gaan mee de herfst in denk ik, Margaret Atwood krijg ik nog wel uitgelezen de komende weken. Ik laat ze toch allemaal zien, als memo aan mezelf en om ze bij jullie gepaste aandacht te geven. 

Aandacht om diverse redenen. In random volgorde.

Colson Whitehead schreef het verpletterende Underground Railroad (zie elders op de Wanderlust pagina). In Sag Harbour beschrijft hij zijn jeugd aan de hand van zijn zomers in de 'zwarte' enclave Sag Harbour. Het is fascinerend leesvoer. We zijn leeftijdsgenoten en delen dus veel culturele achtergrond zoals hip hop hitjes en tv-series. Tegelijkertijd komt Colson uit een hele andere sociale hoek, de gegoede gekleurde middenklasse van de Oostkust van Amerika. Bij uitstek een groep die tot de Cosby Show zeer beperkt gerepresenteerd werd (en wordt) in literatuur, media, nieuws. Ik vind de huidige discussie over representatie, white men's privilege, inclusie en uitsluiting enzovoort buitengewoon interessant, met volop relevantie voor andere sociale groepen en voor onze eigen maatschappij. Colson Whitehead schijnt daar zijn persoonlijke licht op en laat ons als lezer van binnenuit begrijpen hoe relevant deze discussie is. Nog steeds. 

Tara Westover geeft een inkijkje in weer een hele andere wereld. Zij groeide op als kind van Mormoonse 'extremisten' (uit haar boek wordt duidelijk dat ook binnen deze sekte gradaties van fanatisme bestaan), in het bijna volledig isolement van een gezin dat zich op het einde van de wereld voorbereidt. Op eigen kracht en inzicht, met vallen en opstaan, beweegt ze zich langzaam en onontkoombaar uit deze wereld. Haar weg is sterk intrinsiek gedreven. Zij kan niet anders dan kiezen voor haar eigen bestaan (letterlijk) en zelfstandig denken en leven, ook al zou ze soms liever de (zeer relatieve) veiligheid van haar eigen gezin verkiezen. Het is een ongelofelijk boek, temeer daar je weet dat alles wat ze beschrijft echt gebeurd is. De taal die ze gebruikt is prachtig, met bijna poetische beschrijvingen van de natuur. Ze maakt sterk voelbaar hoe belangrijk het is om bedding en 'horen bij' te ervaren. En hoe tegelijkertijd intrinsieke motivatie en eigenheid net zulke grote, soms tegengestelde krachten zijn. Heel interessant wanneer je wel eens over Ik en Wij nadenkt.

Ook Brene Brown denkt graag na over Ik en Wij. De ondertitel pakte me meteen: the quest for true belonging and the courage to stand alone. Brown constateert hoe het steeds ingewikkelder lijkt om een 'wij' te vinden dat niet onmiddelijk ook een 'zullie' impliceert. Een centraal kenmerk van wullie-zullie denken is dat er binnen wullie ook weinig ruimte is voor ik. Dat vindt ze onwenselijk; ze beschrijft treffend zowel de gepolariseerde maatschappij waar men elkaar vanuit allerlei loopgraafjes te vuur en te zwaard bestrijdt als hoe moeilijk het (dus) is om een afwijkende, eigen stem te laten horen. Zij onderzoekt op welke manier je een IK kunt blijven laten horen en je tegelijkertijd deel weet van een groter WIJ. Het is een beetje Amerikaans natuurlijk, met een aantal gedrag- en stelregels, maar het is al met al een troostrijk boekje, dat past bij mijn eigen levensfase-gevoelens (ik) en dat wat ik herken over wat Brown over de maatschappelijke discours schrijft (wij). 

Mary Beard schreef een kort pamflet over hoe vrouwen historisch gezien steeds opnieuw de mond gesnoerd wordt. Margaret Atwood schreef een toekomstvisie en dystopie over hoe een maatschappij onder het juk van een (religieus) dogma er voor vrouwen uit zou kunnen zien. De vrouwenzaak draag ik een warm hart toe, zeker in deze tijden van oplevende misogynie, of dat nu uit de hoek van Trump, Jordan Peterson en Tim Hunt of uit die van fundamentalistische religies komt. Zowel historisch als hedendaags is het voor vrouwen opletten geblazen zeggen Beard en Atwood eigenlijk, en dat vind ik ook. De serie A Handmaids Tale wil ik pas zien zodra ik het boek uit heb. Dat is nu bijna zover. 

East West Street werd me aangeraden door een nieuwe collega. Zij studeerde zelf rechten en werkte lang bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij gaf aan dat pas na lezing van dit boek haar duidelijk was waar het denken (en wetten maken) over mensenrechten, genocide, oorlogsmisdaden, tribunalen, haar oorsprong heeft. We delen deze belangstelling voor recht en onrecht en haar fascinatie met dit boek werkt aanstekelijk. Ik vermoed dat ik er veel parallellen in ga zien met de manier waarop er over de huidige vluchtelingencrisis wordt gedacht. Daar waar het lijkt alsof nieuwe wetten en regels enkel beheersmatige 'dammen' tegen de 'onbeheersbare stroom' moeten vormen, is het ook hard nodig om de humanitaire grondslag van onze omgang met ontheemden, getraumaiseerden en kanslozen op het netvlies te houden. Om voldoende vanuit rechtvaardigheid te kunnen blijven handelen en niet enkel vanuit protectionisme. Als ik het uit heb, kom ik erop terug. 

Ook op Apply Play kom ik graag in een aparte post terug. Collega Ellis Bartholomeus, die ook onder het Goede staat genoemd in Organitopia, schreef het op basis van haar uitgebreide ervaringen met het ontwikkelen van spellen voor gerdagsverandering. Wat mij betreft weet Ellis alles van hoe mensen te stimuleren of te verleiden of precies genoeg te frustreren, om ander gedrag te proberen. Spelen en experimenteren zijn haar middle name. Dit zelfwerkboekje is ongetwijfeld een hele congruente parel voor speelsheid en leren.